Plastic stranden

De vervuilde
Nederlandse kust

Op het eerste gezicht oogt het strand vredig. Zacht ruisende golven, wat zeewier, een vergeten schelp. Maar wie bukt en beter kijkt, ziet iets heel anders: brokjes piepschuim, een dopje van een frisdrankfles, een felgekleurde vislijn. Het is de wereld die Susanne Kühn, Marien Bioloog bij Wageningen Marine Research, dagelijks onderzoekt.  

“De meeste mensen beseffen niet hoeveel plastic er in zee terechtkomt,” vertelt Kühn. “En wat het doet met de dieren die daar leven. Het zit overal, van het wateroppervlak tot in de maag van vogels tot aan vorming van duinen. Deze duinen noemen we ook wel plastic duinen.” 

Plastic als schaduwvoedsel

Stormvogels, robuuste zeevogels die soms duizenden kilometers vliegen, zijn onbedoeld het symbool geworden van onze plasticverslaving. “Ze eten alles wat op voedsel lijkt,” legt Kühn uit. “En dus ook plastic.” Ze toont een buisje met de inhoud van één vogelmaag: meer dan 200 stukjes plastic. Dopjes, stukjes touw, zelfs een speelgoedonderdeel. “Deze vogel had nauwelijks nog plek voor echt voedsel.” Zo zie je echt wat er allemaal terechtkomt op onze stranden en in onze wateren, wat vervolgens wordt opgegeten door de dieren die daar leven. 

Toch, zo benadrukt Kühn, sterven vogels zelden direct aan plastic. “Het is een langzaam gif. Het zorgt voor interne verwondingen, ontstekingen, vergiftiging en een verminderde conditie. Vooral in stressvolle periodes, zoals het broedseizoen of bij voedselschaarste, maakt dat het verschil tussen overleven of sterven.” 

Verstrikt in hun eigen nest

Naast stormvogels zijn ook jan-van-genten, de grootste vogels van de Noordzee frequent slachtoffer. Niet door wat ze eten, maar door wat ze bouwen. “Ze gebruiken wat ze kunnen vinden als nestmateriaal. Dat is tegenwoordig vaak plastic touw en vislijn.” Het resultaat: vogels die verstrikt raken in hun eigen nest. “Soms hangen ze ernaast, dood. Gekweld, Dat zijn beelden die je niet meer vergeet.” 

Op het Duitse eiland Helgoland wordt al jaren onderzoek gedaan naar deze verstrikkingen. “Daar zie je nesten met twintig verschillende soorten plastic. Prachtig van kleur, maar dodelijk.” 

Onzichtbaar, maar alomtegenwoordig

Het zijn niet alleen grote stukken afval die problemen veroorzaken. Juist de kleine deeltjes – microplastics, pallets, en bio-beads – maken Kühn bezorgd. “Pallets zijn piepkleine korrels die als grondstof dienen voor plastic producten. Ze komen vrij bij ongelukken of transport. We vinden ze op stranden, in vogels en soms zelfs in vis die mensen eten.” 

Na een containerramp in 2019 spoelden honderdduizenden van deze korrels aan op Nederlandse en Duitse stranden. “Ze liggen er nog steeds, Tussen het zand. Onzichtbaar, maar overal.” 

Een langzaam ontwaken

Toch ziet Kühn ook verandering. “Twintig jaar geleden werd ik nog raar aangekeken als ik over plastic in de magen van stormvogels sprak, terwijl het nu een stuk meer mainstream is. Mensen rapen afval op, gemeenten organiseren clean-ups. Echter ligt de echte oplossing in preventie: minder plastic produceren en gebruiken.”

De blik naar beneden

Wie volgens Kühn echt wil begrijpen wat er speelt, moet naar het strand gaan – met een andere blik. “Kijk omlaag, zoek en zie je wat je normaal over het hoofd zou zien. Pas dan zie je de omvang van het probleem.” 

Want achter elke aangespoelde dop, elk stuk vislijn, schuilt misschien een verhaal. Van een vogel die het niet gered heeft. Van een systeem dat lekte. Van een mens die beter zou kunnen weten en doen. 

Top