Steden worden nauwelijks groener, ondanks projecten zoals Wonderwoods: ‘Maak je tuin vooral niet te netjes’

BIJzondere biodiversiteit 
————————————
Jiska Mollema en Mats Medema

Wonderwoods, een gebouw waar je tussen het groen, maar toch centraal in Utrecht woont. Een typisch voorbeeld van de vergroening in stedelijk gebied, maar in praktijk valt deze ontwikkeling vies tegen. 

Vergroening in een stad is belangrijk om de biodiversiteit te stimuleren. Dat is nodig, want dat het niet goed gaat met de Nederlandse biodiversiteit, kan je niet ontgaan zijn. Zo werd in 2024 door natuurkennisinstellingen aangetoond dat Nederland – op dit moment – geen enkel biodiversiteitsdoel in 2030 zal halen. Om de biodiversiteit toch te stimuleren lijkt er steeds meer rekening te worden gehouden met de natuur, waardoor kosten hoger kunnen oplopen, maar de natuur erbij gebaat is. Hoe gaat het daadwerkelijk met de (stedelijke) biodiversiteit, zijn deze initiatieven effectief en waar valt de grootste winst te behalen? 

Het begrip biodiversiteit omvat alle soorten planten, dieren en micro-organismen, de genetische variatie binnen die soorten en de variatie aan ecosystemen waarvan ze deel uitmaken. Het kan hierbij gaan om een weiland of bos, maar ook een woonwijk of een binnenstad. Binnen biodiversiteit valt ook stedelijke biodiversiteit, wat dezelfde betekenis heeft, maar dan enkel stedelijke gebieden omvat.  

Mats-en-Jiska-foto-3-b50-cm-h70-cm-won1-1
Wonderwoods van een afstandje ®Jiska Mollema
Uitzicht over Utrecht vanaf Wonderwoods ® Mats Medema

Het belang van biodiversiteit

Biodiversiteit is belangrijk, omdat vrijwel alles wat door mensen gegeten wordt direct of indirect te herleiden is tot biodiversiteit. Daarnaast wordt er bij de ontwikkeling van bouwmaterialen, medicijnen en industriële grondstoffen gebruikgemaakt van biologische hulpbronnen en zijn veel vormen van toerisme afhankelijk van onze natuur. Hierdoor heeft biodiversiteit een grote economische waarde. Diverse natuur vormt ook nog eens een goede bescherming tegen klimaatverandering. 

In de stedelijke omgeving is biodiversiteit van belang, omdat een groene omgeving positief reflecteert op de gezondheid en de sociale verbinding van mensen. Daarnaast draagt groen bij aan de leefbaarheid van een stad, vermindert het de luchtvervuiling, zorgt het voor waterberging, dempt het de geluidshinder en verkoelt het in warme periodes. Ten slotte zorgt een groene omgeving voor een rijkere biodiversiteit, omdat het aantrekkelijker is voor dieren en micro-organismen. 

360 graden rond de bijen op de DakAkker ®Jiska Mollema

Bijen op de DakAkker van Rotterdam ®Mats Medema

Biodiversiteitsverlies 

Ondanks al deze voordelen gaat het niet goed met de biodiversiteit in Nederland. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) meldt in 2024 dat de biodiversiteit, aan de hand van de Living Planet Index van Nederland, met gemiddeld dertien procent is toegenomen ten opzichte van 1990. Dat lijkt positief nieuws, maar er is een toename vanwege de populaties van dieren in zoetwater- en moerasgebieden. Daarentegen zijn de populaties van dieren in open natuurgebieden, agrarisch en stedelijk gebied afgenomen. De populaties van dieren op het land zijn sinds 1990 met 27 procent is afgenomen. 

Recent onderzoek van Naturalis bevestigt dit beeld. Soorten verdwijnen uit landelijk gebied en de wettelijk beschermde soorten gaan vooral achteruit. Bovendien raken de natuurdoelen verder uit zicht en heeft de achteruitgang directe gevolgen voor de samenleving. Zo staat de voorziening van schoon drinkwater en gezond voedsel onder druk. Daarnaast heeft het invloed op ons fysieke en mentale welzijn; schone lucht en het recreëren in de natuur spelen hier een belangrijke rol in. Toch zijn er ook lichtpuntjes. Het gaat goed met dieren zoals de bever, otter en wolf en de zeearend. Maatregelen die de waterkwaliteit moeten verbeteren zorgen voor enig herstel van de flora en fauna in zoet water. Echter betekenen deze kleine verbeteringen niet dat het goed komt met de biodiversiteit, want Nederlands is koploper om het aantal verdwenen en bedreigde diersoorten. 

Volgens milieuorganisatie Natuur & Milieu verdwijnen er steeds meer soorten planten en dieren uit de stad. Aantallen die de hele stedelijke biodiversiteit beslaan zijn niet te vinden. Cijfers van het CLO (Compendium voor de Leefomgeving) laten wel zien dat het aantal vogelsoorten, sinds 2007, wat afneemt groter is dan het aantal vogelsoorten dat een toename laat zien.  

Toch gaat het minder slecht met de stedelijke biodiversiteit dan met de biodiversiteit in het algemeen, zoals stadsecoloog Anne Nijs in Utrecht ziet. ‘Er is best veel biodiversiteit in de stad. In Utrecht zijn er bijvoorbeeld ongeveer 146 bijensoorten. Je hebt in een stad heel veel verschillende ecologie; je hebt tuintjes, allemaal verschillende soorten landschappen. Soms zijn er diersoorten die het lastiger krijgen, vanwege – bijvoorbeeld – de warmte, maar als er een soort verdwijnt komt er ook weer een soort voor terug. Toch staat de biodiversiteit wel degelijk onder druk in Utrecht.’ 

Steden spelen een belangrijke rol bij het behouden van de biodiversiteit. Dat komt door de afname van biodiversiteit in de natuur, zo legt Nijs uit: ‘Buiten de stad is er soms echt schrikbarend weinig biodiversiteit, waardoor er in de stad, bijvoorbeeld voor de bij, veel meer diversiteit en ook voedsel te vinden is.’ 

Insectenstad Bee-ville, Utrecht ®Mats Medema
Bijen op de DakAkker van Rotterdam ®Jiska Mollema
De DakAkker, Rotterdam ®Jiska Mollema
Expo_3 - Jiska en Mats - Breedte x Hoogte - 43 x 39 cm
Gebouw met groene gevel op de Croeselaan, Utrecht ®Mats Medema

'Groene' stad

Volgens de Wageningen University & Research is de aandacht van steden en rijksoverheid voor groen in de woonomgevingen de afgelopen jaren toegenomen. Belangrijke redenen hiervoor zijn de gezondheid en het welzijn van burgers, het klimaatbestendig maken van steden en het vergroten van stedelijke biodiversiteit. Echter leidt dit nog niet tot een daadwerkelijke vergroening van de steden. Zo blijkt uit onderzoek van Natuur & Milieu, in samenwerking met architecten- en ingenieursadviesbureau  Sweco, dat het aantal vierkante meters openbaar groen per huisadres daalde met 24 procent. Een ander onderzoek van Sweco, de Groene Stad Challenge, laat zien dat slechts 22 procent – van de onderzochte steden – in 2023 groener zijn geworden. De afname van de hoeveelheid groen is vooral te verklaren door een sterke afname op particulier terrein. Op particulier terrein is de hoeveelheid groen met gemiddeld 21,6 procent afgenomen tussen 2021 en 2023.

Mixed-use projecten 

Naast dat er meer ruimte voor groen nodig is in de stad, is er ook een nijpend woningtekort. In 2024 was er volgens Volkshuisvesting Nederland een tekort van 401.000 woningen. Een oplossing hiervoor kan het bouwen van zogeheten mixed-use projecten zijn. Dit zijn plekken waar wonen, werken, winkelen en recreëren samenkomen op gebiedsniveau. Stefano Boeri, een Italiaanse architect, werkt met deze ontwikkeling. Van Boeri’s hand komen onder meer Wonderwoods en de Trudo Toren, gelegen in Utrecht en Eindhoven. Wat deze gebouwen uniek maakt, is dat er een ‘verticaal’ bos wordt gerealiseerd, terwijl er tegelijkertijd ook gewoond en gewerkt kan worden. 

Hoeveel Wonderwoods exact gekost heeft is niet te vinden. De bomen in de Trudo Toren hebben volgens Biotope City Journal – een tijdschrift dat zich richt op de integratie van natuur in stedelijke omgevingen – zestien procent extra gekost, exclusief onderhoudskosten. Bij Wonderwoods zal dit bedrag minstens net zo hoog zijn, vanwege het latere bouwjaar en de alsmaar hoger wordende kosten. Projecten zoals Wonderwoods kosten dus een hoop geld, maar leveren, volgens Nijs, waarschijnlijk wel wat op ten behoeve van de biodiversiteit. ‘Wonderwoods staat er pas net, dus dat zal je dan moeten monitoren. Het lijkt mij dat dieren naar die bomen en planten trekken, dus ik denk dat het zeker wel van toegevoegde waarde is. Vorige week zag ik nog een slechtvalk op Wonderwoods zitten.’ 

Toch is het de vraag in hoeverre de kosten opwegen ten opzichte van de effectiviteit. ‘Zoiets is wel heel duur, maar tegelijkertijd maakt het ook een statement. Ik verwacht dat ze het goed onderhouden, dus dat verhoogt de effectiviteit. Als ik bedenk wat je met hetzelfde geld aan andere natuur kan realiseren, dan is het voor één keer leuk, maar dan zou ik dat geld meer op faunapassages en beheer inzetten. Beheer is namelijk van ongelofelijk belang en dat wordt soms vergeten. Als gemeente heb je – bijvoorbeeld – veel bermen die, met goed onderhoud, heel effectief kunnen zijn. Daar kan je nog veel meer mee bereiken, denk ik.’   

De projecten zijn dus zeker effectief, maar kosten een hoop geld. Zoals Nijs al eerder aangaf kunnen er – met het geld dat deze projecten kosten – heel veel simpele, maar net zo nuttige dingen worden gedaan. Een andere effectieve oplossing is het groener maken van particuliere tuinen, waar je zelf ook heel makkelijk een steentje kan bijdragen, zo vertelt Nijs. ‘Als je een tuin hebt, probeer er dan voor te zorgen dat je zo min mogelijk verharding in je tuin hebt. Plant in plaats daarvan zo veel mogelijk inheemse planten, wat soorten zijn die oorspronkelijk uit Nederland komen. Inheemse planten hebben veel meer effect op de biodiversiteit, doordat veel andere soorten daarmee samen gaan leven. Maak je tuin vooral niet te netjes.’  

De DakAkker, Rotterdam ®Jiska Mollema
Een faunatoren, Den Bosch ®Jiska Mollema
Gebouw met groene gevel op de Croeselaan, Utrecht ®Mats Medema
Top